De Federal Reserve, de Amerikaanse koepel van centrale banken, heeft woensdag zoals verwacht het rentetarief in de Verenigde Staten ongewijzigd gelaten. De pas op de plaats volgde op een verhoging van het rentetarief bij de vorige beleidsvergadering in maart.

Het belangrijkste tarief staat sinds maart op een bandbreedte van 0,75 procent tot 1 procent. Tijdens de vergadering destijds bleek dat de Fed-bestuurders in doorsnee rekenen op nog twee renteverhogingen in de loop van dit jaar. Beleggers achten de kans op een verhoging van de rente in juni op 70 procent.

De beslissing om de rentes ongemoeid te laten werd door de beleidsmakers unaniem genomen. In een bijgevoegde verklaring stond vermeld dat de risico’s voor de economische vooruitzichten op de korte termijn “ruwweg in evenwicht” lijken. Daarbij ligt de inflatie in de Verenigde Staten op jaarbasis dichtbij het door de Fed gewenste niveau van bijna 2 procent.

De groeivertraging die de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal liet zien was volgens de Fed “kortstondig”. De bankiers lieten vooralsnog weinig los over een eventuele volgende rentestap in juni. Wel merkten de beleidsbepalers op dat de consumentenuitgaven slechts beperkt stegen, maar dat de fundamenten die ten grondslag liggen aan de groeiende consumptie “solide” bleven.

Fed-preses Janet Yellen gaf woensdag geen persconferentie. Maar later deze week geven verschillende Fed-bestuurders, waaronder Yellen zelf, toespraken. Dat zijn uitgelezen kansen om de beslissing van woensdag van duiding te voorzien.

De volgende vergadering van de Fed is op 13 en 14 juni. Dan komen ook de nieuwste economische ramingen naar buiten. Marktpartijen hielden volgens persbureau Bloomberg voorafgaand aan de beslissing van woensdag rekening met een verdere verhoging van de rente bij de bijeenkomst volgende maand.